Kruid de suprêmes van parelhoen met peper, zout en gerookt paprikapoeder.
Bak deze op velkant aan in hete boter. (krokant vel).
Nadien verder garen in oven op 160°c voor 25 min. Regelmatig checken. Tijd is afhankelijk van dikte filets.
Voor de boter Café de Paris:
Doe 300gr boter met gehakte sjalot, gehakte look, gehakte anjovisfilets, citroensap, mosterd, kerriepoeder, paprikapoeder zout, 2el verse dragon, 2el verse peterselie in een kom en meng tot een egale massa.
Leg de boter op huishoudfolie en vorm grof tot een blok van 20 cm.
Rol op en draai de uiteinden stevig vast. Terwijl je de uiteinden vastdraait, zal de boter zich vormen tot een nette, stevige blok.
Knoop de uiteinden indien nodig om de vorm te behouden.
Koel gedurende 3 uur of tot de boter stevig is.
Snijd voor gebruik de boter in plakken van 0,7 cm en laat ze zacht worden op kamertemperatuur (zodat ze gemakkelijker smelten).
Voor de asperges:
Schil groene asperges.
Zet beide op in koud gezouten water, breng aan de kook en laat 4 min doorkoken.
Haal de asperges uit het kookwater en laat ze schrikken in ijswater.
Smelt een flinke klont boter in een pan en stoof er de asperges kort in aan.
Kruid met peper en zout.
Peultjes + tomaten:
Peultjes in boter aanstoven tot ze beetgaar zijn.
De kerstomaten in hete olie kort aanbakken en kruiden.
Dukkah:
Hazelnoten, pijnboompitten, korianderzaadjes, sesamzaad roosteren en nadien grof mixen
Wortelen:
Schil de wortelen en snijd de toppen bij, laat ongeveer 3 cm van het loof eraan zitten.
Weeg 40 g wortelloof af en spoel goed om vuil en gruis te verwijderen.
Knijp zoveel mogelijk water uit en dep droog.
Hak het loof grof en doe in een blender.
Voeg de dragon, 100 ml olie en een snufje zout toe.
Mix tot een glad geheel, schraap zo nodig de zijkanten af en doe het mengsel in een fijnmazige zeef boven een kom.
Duw het mengsel door de zeef en haal er zoveel mogelijk olie uit (ongeveer 45 ml olie).
Gooi de inhoud van de zeef weg.
Verwarm intussen water in een stoompan of zet een vergiet in een grote pot met een paar centimeter kokend water.
Stoom de wortelen 10 min., of tot je makkelijk met een mes in de dikke delen kunt prikken, maar ze nog niet te zacht zijn.
Doe de wortelen in een grote, ondiepe schaal met de resterende 20 ml olie, plus 1/2 tl zout en een flinke draai van de pepermolen.
Hussel door elkaar.
Klop in een grote kom de honing, azijn en een klein snufje zout door elkaar.
Zet opzij.
Verhit een goed ingevette grillpan op hoog vuur.
Rooster de wortelen gedurende ongeveer 6 min. aan alle kanten.
Leg ze niet allemaal tegelijk in de pan, gril ze in verschillende porties.
Doe de geroosterde wortelen in de kom met de honingdressing en schep ze voorzichtig om.
Breng de yoghurt op smaak met 1/4 tl zout .
Pasta:
De pasta afkoken in gezouten water.
In een andere pot de boter smelten. Niet laten bruisen.
Zeste van limoen in doen.
De gekookte pasta door de boter halen.
Afwerking:
Een beetje pasta oprollen met grote vork en in het midden van bord schikken.
Hierop het vlees schikken.
Op het vlees een schijfje boter leggen.
De asperge tegen het vlees leggen.
Peultjes en tomaten toevoegen.
Daarnaast een beetje yoghurt lepelen en hierop de wortelen en noten schikken.
De langoustines pellen en vlees en schalen apart houden.
Het vlees van de langoustines op tandenstoker prikken. (zo blijft de langoustine recht bij het bakken).
De pellen in olijfolie bakken. Blussen met cognac. Beetje tomatenpuree toevoegen. Even mee laten stoven en visfumet toevoegen. en +/- 10 min laten koken. Afkruiden. Nadien afgieten.
De uitgeknepen gelatine bij het vocht doen.
Nadien de pellen uitstorten op plaat met randen. (ander loopt het vocht weg 😊 )
Laten opstijven in koelkast.
Vlak voor serveren rondjes uitsteken.
Langoustines kruiden en kort bakken in hete olie.
Voor de coquilles:
Bak de stukjes spek zonder vetstof in een antikleefpan tot het goudbruin kleurt.
Haal het spek uit de pan en laat uitlekken op keukenpapier.
Bak de coquilles in de vrijgekomen vetstof van het spek tot ze krokant vanbuiten, maar nog glazig vanbinnen zijn.
Kruid met peper en zout.
Brand de coquilles net voor het serveren af met een bunzenbrander.
Voor de bloemkoolcrème:
Verdeel de bloemkool in roosjes.
Kook de roosjes helemaal gaar in gezouten water.
Warm ondertussen de room op met de kaas zodat die er mooi in wegsmelt.
Giet de gare bloemkool af en doe in een blender.
Schenk er de warme room bij en mix tot een gladde crème.
Breng op smaak met (witte) peper, zout en een heel klein snufje nootmuskaat.
Voor de beurre blanc:
Kook de visfumet en de witte wijn samen met de sjalotten en laat reduceren.
Giet door een fijne zeef.
Monteer van het vuur met de boter (voeg de boter blokje per blokje toe: voeg pas het volgend blokje toe wanneer het vorige helemaal is opgenomen) en breng op smaak met citroensap, (witte) peper en zout.
Voeg er de culinaire room aan toe en laat nog even indikken.
Schuim de saus net voor het serveren op met een staafmixer.
Groene olie:
Kruiden enkele minuten in kokend water leggen.
Nadien direct afkoelen met koud water. (kleur).
Afgieten en het water er goed uitdrukken.
De arachideolie verwarmen tot op 80°c. De hete olie over de kruiden gieten.
Mixen en even laten trekken. Nadien zeven.
Afwerking:
Schep een lepel bloemkoolcrème op het bord.
Drappeer hier een plakje spek op en schik er een coquille en gebakken langoustine tegenaan.
Leg hierop een rondje van de langoustinegelatine.
Lepel er opgeschuimde beurre blanc saus over.
Schik nog een kleine quenelle kaviaar op de coquille en werk af met gehakte hazelnoten, groene olie.